Ondernemers hebben, net zoals het topmanagement van een bedrijf, vaak de indruk dat het inroepen van hulp een teken van zwakte is. Het wordt gezien als toegeven dat je iets zelf niet (goed) kan. Althans, dat is het gevoel dat in onze contreien leeft. In andere delen van de wereld wordt daar heel anders naar gekeken.
Terecht, zo vindt Paquay & Associates, al jaren partner van onze ‘Jonge ondernemer van het jaar-award’. Matty Paquay: “ Ik weet niet waarom ondernemers in Vlaanderen denken dat ze alles zelf moeten kunnen. Het is niet eens typisch voor Vlamingen, het is typisch voor Vlaamse ondernemers. Kijk naar topatleten, die worden zeer nauwgezet begeleid. Dat vindt iedereen normaal. Ook de topatleet.”
De vergelijking is niet willekeurig. Bij P&A zien ze de prestaties van groeibedrijven als topsport. Voor de ondernemer, maar óók voor het bedrijf zelf. Net zoals topprestaties de spieren en gewrichten van de topsporter belasten, zo zet groei alle afdelingen en de hele organisatie onder druk. Matty Paquay: “Maar de belasting stijgt met de groei niet op elke plek in de organisatie even sterk. Zo ontstaan er onevenwichten. En net zoals het lichaam van een topsporter de neiging heeft om een overbelaste spier of gewricht te sparen, zal ook het bedrijf taken voor de zwaarst belaste afdelingen afleiden en die druk elders proberen op te vangen. Dat zorgt even voor een verbetering van de slabbakkende prestaties. Maar al snel zorgt die extra druk voor nieuwe problemen.”
Een goede coach probeert blessures net te voorkomen. Door spiergroepen die bij de volgende stap richting een nieuwe topprestatie zwaar zullen worden belast op voorhand extra te trainen. En tegelijkertijd elke beweging te analyseren en bij te optimaliseren. Matty Paquay: “En dat is precies wat bedrijven van een goede consultant moeten verwachten. Die analyseert waar de bewegingen, de organisatie van elke afdeling, beter kan om tot nog betere prestaties te komen. Maar hij waakt tegelijkertijd over onevenwichten die snelle groei vroeg of laat zonder enige twijfel zal veroorzaken. En suggereert tijdig aanpassingen om te voorkomen dat onbalansen echte blessures worden.
Dat is alvast de essentie van wat wij doen. Het is een belangrijke rol die de ondernemer of CEO niet, of niet alleen, op zich kan nemen. Topsporters trainen ook zichzelf niet. De externe blik is nodig. Ook de ervaring met andere snelgroeiende bedrijven helpt ons als extern adviseur. En minstens even belangrijk, de nummer één heeft ook gewoon de tijd niet om alles in elke van zijn afdelingen zelf bij te sturen. Het bedrijf heeft immers zijn belangrijkste capaciteiten ten volle nodig: het bedrijf leiden en de strategie voor de toekomst ontwikkelen. Komt daarbij dat de mens van nature erg behoudsgezind is en dat medewerkers bijgevolg niet altijd even snel en overtuigd mee willen in veranderingstrajecten. Wij hebben specifieke methodieken ontwikkeld waardoor die veranderingsprocessen vlotter verlopen maar vooral ook beter en nauwgezetter kunnen worden opgevolgd.”
Het is dus fout om te denken dat alleen ondernemers die het niet goed doen begeleiding kunnen gebruiken. Het omgekeerde is waar.